13-12-2020

Laerdal QCPR Flow-fraction

Deze uitleg heb ik speciaal gemaakt voor reanimatie instructeur die gebruik maken van Laerdal QCPR reanimatie poppen. Door alle waarden goed te interpreteren kunnen wij de reanimatie vaardigheden van de cursist verbeteren. We kunnen met de Laerdal QCPR App feedback geven op de reanimatie-vaardigheden. 

(Deze App kun je gratis downloaden op de Appstore of Google Play, zoek op Laerdal AS QCPR)

Het is wel belangrijk dat de instructeur de juiste feedback geeft om een beter leerdoel of leerresultaat te bereiken.

Op het scherm worden diverse waarden getoond, deze zijn afgeleid uit diverse internationale reanimatie richtlijnen. Wij beperken deze uitleg door meer inzicht te krijgen in de borstkascompressie (Chest Compression Fraction- CCF). Dit is de werkelijke tijd die wordt besteed aan borstkascompressie tijdens de reanimatie. Bij compression-only (dus zonder beademingen) zal de de CCF 100% zijn. Op het moment dat er wordt overgegaan op 30:2 zal de CCF procentueel dalen omdat er tijd moet worden besteed aan het beademen. We kunnen deze score positief beïnvloeden door hiervoor aandacht te geven tijdens de praktische vaardigheden. Momenteel wordt er van uit gegaan dat je de borstcompressie niet langer dan 10 seconde mag onderbreken voor het geven van twee beademingen. De flow-fraction zal dan iets boven de 60% zijn, verkorten wij deze beademingspauze naar 7 seconden dan zal de flow-fraction richting de 70 % gaan. Kun je met twee hulpverleners de reanimatie uitvoeren waarbij de één de borstkas compressie uitvoert en de andere hulpverlener beademt, kan dat de CCF oplopen naar 84%. Dus het verplaatsen van de handen van de borst, naar “head-tilt-chin-lift en het gelijktijdig dichtdrukken van de neus, het geven van twee beademingen en weer handen plaatsen in het midden van de borst hebben een grote invloed op de CCF. (Flow-fraction)

BLS-Educatief
BLS-Educatief hoe interpreteer ik Laerdal QCPR

Hoe worden de QCPR scores berekend.

Learner 1 had 94% compressie diepte. Learner 2 had 92% compressie, lager dan learner 1.
Learner 2 kreeg echter een hogere totaal score. De reden is dat de “verkeerde” compressies van cursist 2 veel dichter bij de richtlijndrempel van 5-6 cm lagen.

Het snelle antwoord is dat de bovenbalk cijfers, de algemene score van 96% en 98%, niet-binaire getallen zijn, die meten hoe dicht de cursist bij succes is, berekend over alle subvaardigheden van reanimatie door het QCPR-algoritme van Laerdal. De drie andere nummers op de bovenstaande schermen zijn binair en registreren alleen volledig succes versus mislukt.

Hoewel binaire scores alleen het aantal keren tellen dat elke individuele cursist binnen de aanbevolen richtlijnen valt, berekent het niet-binaire algoritme van Laerdal ook hoe dicht de cursisten bij de drempels zijn.
De algehele reanimatie score is een eenvoudige weergave van hoe goed de reanimatie prestaties waren, maar de wiskunde erachter kan erg complex zijn. Op deze pagina zullen we enkele inzichten met u delen over de principes voor het berekenen van de score, en ook hoe u het leren over reanimatie kunt verbeteren.

Laerdal QCPR gebruikt een niet-binaire benadering om een ​​meer realistische en levensreddende prestatiebeoordeling te presenteren. De simpele reden is dat, hoewel zowel de 49 mm als de 25 mm compressiediepte buiten de richtlijndrempel valt, 49 ongetwijfeld en verreweg een veel meer gewenste prestatie is.

Binaire score: gewoon geslaagd of mislukt. In het inleidende voorbeeld had Laerner 1 94% van de compressie in het juiste bereik van 50-60 mm. De overige compressies vielen buiten de richtlijnen. Er is geen onderscheid tussen bijvoorbeeld 25 mm en 49 mm. Ze zijn allebei “ontoereikend”.
Niet-binaire getallen: hoe groter de afwijking, hoe groter de score vermindering. Met andere woorden: 49 mm compressiediepte geeft een veel betere score dan 25 mm.

Bij het niet volledig laten terugkomen van de borst (leunen) geldt dezelfde beoordeling. Staat er in de bovenste groene box 65% dan leun je voor 35%. Staat er op de bovenste totaalscore 99% dan leun je minimaal en heeft nauwelijks invloed op de hemodynamiek. Wel dient er op gewezen te worden het dat het verbeterd moet worden. Staat er 65% in de totaalscore dan heeft dat wel invloed op de hemodynamiek en dus op de overleving.

Voor de volledige uitleg dan kun je die vinden op de site van Laerdal